Landelijke dekking, regionaal betrokken. Met bijna 80 adviseurs verdeeld over negen vestigingen is er altijd een BMD in de buurt. Kies jouw vestiging of neem rechtstreeks contact op.
Een hulpmiddel om externe veiligheid voor gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen in kaart te brengen.
Een Quantitative Risk Assesment (QRA), ofwel kwantitatieve risicoanalyse, is een hulpmiddel voor jouw bedrijf om de risico’s van het gebruiken, vervoeren en opslaan van gevaarlijke stoffen inzichtelijk te maken. De QRA stelt je in staat om proactief veiligheidsmaatregelen te ontwikkelen en in te voeren. Je vermindert de kans op potentiële gevaren buiten je inrichting en terrein.
QRA in de Omgevingswet – Bij de Omgevingswet wordt het groepsrisico in de QRA uitgedrukt in drie soorten gevaren: warmtestraling (brand-aandachtsgebied), overdruk (explosie-aandachtsgebied) en concentratie giftige stoffen in de lucht (gifwolk-aandachtsgebied). Onder de Omgevingswet zijn de kaders voor regels betreffende burgers en bedrijven bij risicovolle situaties opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en de kaders voor regels voor overheden in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Daarnaast komen deze ook voor in het omgevingsplan.
Werkt jouw bedrijf met gevaarlijke stoffen? Dan is de kans aanwezig dat je een Quantitative Risk Assessment (QRA) moet uitvoeren voor het gebruiken, vervoeren en opslaan daarvan. Zeker wanneer op bepaalde bedrijfsterreinlocaties of transportroutes gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Wat betreft stoffen gaat het om brandbare en toxische stoffen. Maar nog belangrijker is het als er kans bestaat dat stoffen in bepaalde hoeveelheden onvoorzien vrijkomen en deze tot directe dodelijke slachtoffers bij buurbedrijven of omwonenden kunnen leiden. Ook omwonenden buiten jouw bedrijfs- terrein (extern) vertrouwen op de externe veiligheid die jij als bedrijf moet borgen.
Bij een opstelling van een QRA werken we conform de wettelijke handleiding risicoberekeningen BEVI.
Een QRA is gebaseerd op diverse waarden. Uit de analyse komen de afstanden tot plaatsgebonden risico-contouren1 (PR) en de hoogte van het groepsrisico (GR). In de nieuwe situatie zijn deze criteria voor een externe veiligheidsinrichting vastgelegd in het Algemene maatregelen van Besluit (AmvB) (voorheen Bevi, Besluit externe veiligheid inrichtingen) en de bijbehorende Revi (Regeling externe veiligheid inrichtingen), een bestemmingsplan of beheersverordening. Onder de Omgevingswet wordt het Plaatsgebonden risico opgenomen in het Omgevingsplan.
1PR = De plaatsgebonden risicocontouren (de PR-10-6-contour of de PR-10-5-contour) worden gebruikt bij het toetsen van het toelaten van milieubelastende activiteiten en bij het toedelen van locaties voor gebouwen. In het omgevingsplan moet het bevoegd gezag een grenswaarde in acht nemen voor het plaatsgebonden risico. Daarnaast moet het bevoegd gezag in het omgevingsplan rekening houden met de standaardwaarde voor het plaatsgebonden risico. Bij de gebouwen gaat het om zogenoemde beperkt kwetsbare gebouwen, kwetsbare gebouwen en zeer kwetsbare gebouwen. Deze laatste categorie is nieuw onder de Omgevingswet.
Wil je het laden, lossen en vervoeren veilig maken? Dan helpen onze gediplomeerde veiligheidsadviseurs je verder bij het voldoen aan ADR veiligheidsvoorschriften. Van uitvoering en implementatie tot een incompany training ADR Bewustwording en het periodiek actualiseren van het ADR-jaarverslag.
Heeft jouw bedrijf begeleiding nodig voor het duidelijk maken van de PGS-richtlijnen en hoe je deze in de praktijk invult? Onze experts kijken zowel vanuit milieu als met een arbo-bril naar PGS. We onderzoeken de invloed van maatregelen en vertalen deze naar advies op maat.
Wil je de risico’s van het gebruiken, vervoeren en opslaan van gevaarlijke stoffen inzichtelijk maken? Dan spelen hierbij de richtlijnen ADR en PGS een rol.
Wat jouw wensen ook zijn voor ondersteuning, onze experts vinden altijd een passende oplossing. Bekijk onze Training ADR Bewustwording.
Heb je vragen over de methodiek voor risicobeoordeling, toetsing of onderzoek vanuit milieu- als arbo-oogpunt?