Blogs

Bodembescherming voor en na de Omgevingswet

Een goede bodembescherming, als onderdeel van je bedrijfsvoering, kost – net als een bodemsanering – geld. Maar dit is niet alleen een investering in het behoud van een schoon milieu, het is ook een investering waarvan je na beëindiging van je bedrijfsactiviteiten profijt hebt. In dit blog gaan we in op de volgende vragen: hoe zit het ook alweer met de verplichtingen en wat verandert er nu dat de Omgevingswet inwerking is getreden?

Bodembescherming

Bodembescherming is een wettelijke noodzaak die verdere verslechtering van de bodemkwaliteit in Nederland voorkomt. Sinds het gifschandaal in 1980 in Lekkerkerk is bodemsanering aan de orde van de dag. Ongeacht de saneringsvariant gaat dit altijd gepaard met hoge kosten en vaak is het een financiële domper bij beëindiging van je bedrijfsactiviteiten. Op het moment dat je als bedrijfseigenaar eindelijk van je pensioen wil gaan genieten, kan dit een grote impact hebben.

In 1997 is de eerste NRB (Nederlandse Richtlijn Bodembescherming) gepubliceerd. Door de jaren heen is deze meerdere keren geactualiseerd. De huidige richtlijn dateert uit 2012. De NRB is met ingang van 1-1-2024 vervallen, maar hetzelfde gedachtengoed staat in het Bal: de ondernemer blijft verantwoordelijk voor het voorkomen van bodemverontreiniging.

Richtlijn Bodembescherming

De richtlijn Bodembescherming (voorheen NRB) geeft aan welke stoffen  – dit zijn niet alleen gevaarlijke stoffen – bodembedreigend zijn. Hiermee stel je vast welke bedrijfsactiviteiten bodembedreigend zijn. Door middel van combinaties van voorzieningen en maatregelen (CVM’s) geef je per bodembedreigende bedrijfsactiviteit aan hoe je een verwaarloosbaar bodemrisico bereikt of, in sommige gevallen, een aanvaardbaar bodemrisico.

Vanaf de eerste versie van de NRB in 1997 tot heden ontstaan (gelukkig wel in sterk afnemende mate) nog steeds bodemverontreinigingen en zijn bodemsaneringen noodzakelijk geweest. Alleen een richtlijn blijkt dus niet afdoende.

Bewust bodemgebruik

Een situatie van verwaarloosbaar bodemrisico wordt vooral bereikt door bewustzijn op de werkvloer, dus door bewust om te gaan met de bodem en door de correcte instandhouding van de maatregelen en voorzieningen uit het Bal (voorheen uit de NRB). Kortom, door het serieus nemen van de richtlijn Bodembescherming. Jouw zorgplicht houdt in het voorkomen van bodemverontreiniging door stoffen die in de bedrijfsvoering worden gebruikt, zodat herstel van de bodem mogelijk blijft.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de NRB ingetrokken. Deze wordt vervangen door een BBT (Best Beschikbare Technieken)-document genaamd “Bodembescherming; combinaties van voorzieningen en maatregelen (BB-CVM)”. Een uitgangspunt van het Bal (Besluit activiteit leefomgeving) is dat het bestaande beschermingsniveau voor het milieu niet achteruitgaat door het ingaan van de Omgevingswet.

Wijzigingen na inwerkingtreding van de Omgevingswet

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijven de bodemrisico-categorieën uit de BRCL (bodemrisicochecklist) van de NRB ongewijzigd. Maar in de voorzieningen en maatregelen in de BB-CVM verandert wel het een en ander:

  • Vanwege de vele discussies over welke vloeren wel/niet vloeistofkerend zijn is er verder onderscheid gemaakt in aaneengesloten bodemvoorziening en elementenbodemvoorziening.
  • Het begrip “vloeren” bij vloeistofdichte en vloeistofkerende vloeren is, naast bovengenoemde wijziging, aangepast in bodemvoorzieningen. We spreken dan van vloeren, verhardingen of constructies.
  • De meeste maatregelen uit de CVM’s van de NRB worden niet meer specifiek per bodemcategorie genoemd maar gaan vallen onder de specifieke zorgplicht voor bodem.

Hier wordt dus meer verantwoordelijkheid/initiatief van jou als bedrijf verlangd.

Overige wijzigingen met de Omgevingswet

  • Alle bedrijfsrioleringen in het traject tussen vloeistofdichte bodemvoorzieningen en afscheider moeten voortaan gecertificeerd zijn.
  • Nulsituatie bodemonderzoek bij start bedrijfsactiviteiten is, op enkele uitzonderingen na, niet meer verplicht. Dit blijft wel aan te raden omdat anders de uitkomsten van het nog wél verplichte eindsituatie onderzoek worden getoetst aan bodemkwaliteitskaarten of achtergrondwaarden. Dit leidt mogelijk tot extra of hogere saneringskosten. Kosten die in ieder geval hoger zijn dan de kosten voor een nulsituatie bodemonderzoek. Tevens is dit bij andere aanleidingen (aan-/verkoop en huur/verhuur) uiteraard ook nog steeds wenselijk.

Bodembescherming

Wil jij concreet weten wat voor jouw bedrijf geldt? Of wil je ondersteuning bij het opstellen van een bodemrisico-analyse? Onze experts ondersteunen je met het nemen van de juiste stappen.
Neem contact op
Lees verder

Ook interessant